Un automne chaud détermine la croissance des céréales d'hiver en Europe

Tot nu toe verliep de herfst in veel delen van Europa bijzonder warm. Het was de afgelopen periode zelfs de warmste herfst sinds 1991, zo meldt het wetenschappelijk bureau van de Europese Commissie (JRC) in de novembereditie van het JRC MARS-Bulletin. Deze gunstige omstandigheid zorgde in veel landen, gecombineerd met voldoende neerslag, voor een vlotte inzaai en opkomst van de wintergranen. Ook de later gezaaide zaden konden door de temperatuur een inhaalslag maken qua groei. Dit kan eventueel wel een negatief effect hebben op de vorsttolerantie van het prille gewas. Inmiddels daalt het kwik meer richting het normaal rond deze tijd van het jaar, maar Europees gezien blijft de temperatuur bovengemiddeld.

Sécheresse en Europe du Sud
De hitte en droogte hakten er afgelopen zomer het hardst in bij de Zuid-Europese landen, dat is in sommige regio's opnieuw het geval. De hogere temperaturen en het aanhoudende neerslagtekort zorgen voor een vertraagde zaai en moeilijke opkomst in delen van Italië en Spanje. Dit geldt ook voor de andere kant van Middellandse Zee. Net zoals afgelopen jaar zijn de neerslagtekorten extreem in de Noord-Afrikaanse landen. Ook daar zijn er zorgen over de droogte in komend groeiseizoen.  

In Midden en Oost-Europa heerst nog altijd een neerslagtekort. De inzaai verliep voorspoedig, maar door het uitblijven van neerslag is het gewas niet goed opgekomen en onderontwikkeld gebleven in delen van Polen, Bulgarije en Roemenië. In enkele regio's leidt dat waarschijnlijk zelfs tot overzaai in de lente. 

Volgens de Europese Commissie is er nog onduidelijkheid over het areaal wintergranen voor komend seizoen omdat nog niet alles is ingezaaid. De verwachting is wel dat op Europees niveau het verschil klein is ten opzichte van vorig jaar. Per land kunnen er schommelingen zijn wat betreft het areaal wintergraan.